IJsberg
In deel 2 van deze drie-delige serie over water (water-2: Een trendbreuk in hetPeriodiek Systeem) heb ik het er over gehad dat ijs (een verzameling
watermoleculen) en diamant (een verzameling koolstofatomen) bepaalde overeenkomsten
hebben.
In beide is sprake van een tetraedernetwerk: in ijs van zuurstofatomen
en in diamant van koolstofatomen. De
binding tussen de zuurstofatomen in ijs is de waterstofbrug. De binding tussen
de koolstofatomen in diamant is de gewone C-C binding.
In een tetraedernetwerk houden de bindingen bepaalde atomen bij elkaar, maar houden die bindingen andere atomen ook uit elkaar Zo worden in een tetraedernetwerk soorten van 6 hoekige figuren gevormd. Zie bv. de structuur van diamant:
In een tetraedernetwerk houden de bindingen bepaalde atomen bij elkaar, maar houden die bindingen andere atomen ook uit elkaar Zo worden in een tetraedernetwerk soorten van 6 hoekige figuren gevormd. Zie bv. de structuur van diamant:
Structuur van diamant
Het gevolg is
dat de ruimte die een watermolecuul in ijs en een koolstofatoom in diamant
inneemt in het netwerk van watermoleculen en koolstofatomen precies even groot
is: 34%! En 34% is typisch voor een
tetraedernetwerk.
Vergelijk dit
met bv. koper, zilver en goud. Daar nemen de atomen 74% van de beschikbare ruimte
in. Dat is het hoogst haalbare percentage voor bollen. Dan zijn die op de meest efficiente manier gestapeld. In koper is ieder koperatoom in contact met
twaalf eromheen gegroepeerde andere
koperatomen.
In ijs en
diamant zijn de zuurstof- en koolstofatomen in contact met slechts vier andere zuurstof- en koolstofatomen.
In het eerste deel van deze serie (Water-1-trends-in-het-periodiek-systeem) heb ik het erover gehad dat in de groepen (de kolommen) in het Periodiek Systeem de atoomsoorten vergelijkbare
eigenschappen hebben die langzaam veranderen, als soort van trend.
Het is daarom
niet verbazingwekkend dat, evenals bij koolstof, bij de andere elementen van
groep 14 in het Periodiek Systeem (zie plaatje hieronder) er ook sprake is van een tetraedernetwerk in
de vaste fase. En dat is ook zo. Het geldt ook voor silicium (Si), germanium
(Ge) en grijs tin (Sn, grijs tin is een vorm van tin dat geen
metaaleigenschappen heeft zoals stroomgeleiding*). En ze nemen allemaal een
ruimte in van 34%.
Bij lood (Pb)
gaat het niet meer op. Lood is alleen metaal.
Periodiek Systeem
Wat gebeurt er bij smelten van dit soort stoffen? Het tetraedernetwerk
wordt verstoord doordat hier en daar bindingen verbroken worden. De atomen
worden daardoor gemiddeld minder op afstand gehouden en komen daardoor gemiddeld
dichter bij elkaar. De dichtheid gaat omhoog. De gesmolten stof is daardoor zwaarder en zakt onder de vaste stof. De
vaste stof blijft op de gesmolten stof drijven.
Dit geldt dus voor diamant, silicium, germanium, grijs tin en, ja, het geldt ook voor water!
Dit geldt dus voor diamant, silicium, germanium, grijs tin en, ja, het geldt ook voor water!
Je kan uitrekenen dat met de energie die nodig is om ijs te
smelten, de waterstofbruggen grotendeels intact blijven. Van maximaal 30% van de
watermoleculen kan één kant loskomen. Die krijgen daardoor enige
bewegingsvrijheid en kunnen de open ruimtes enigszins opvullen. Zelfs als het
water heet is en in de buurt van de 100 oC komt, is er nog zo weinig
energie toegevoerd dat meer dan de helft van de waterstofbruggen nog intact is.
Let wel dat het
geheel dynamisch is. Dat wil zeggen, alle bindingen worden voortdurend
verbroken en opnieuw, op dezelfde plek of ergens anders, weer gevormd. Vele
duizenden keren per seconde. De energie schiet heen en weer over alle bindingen. Gemiddeld gezien blijven de bindingen grotendeels intact maar de starheid van
het ijs is verdwenen.
Er is in
vloeibaar water dus nog steeds sprake van een tetraederstructuur, het is alleen
niet meer één groot tetraedernetwerk.
Ten aanzien van ijs nog even dit. Als je, bv. op internet
naar plaatjes van de ijsstructuur kijkt dan zie je een groot open netwerk (zie
bv. http://www.tony5m17h.net/newtech2.html).
De bezetting van de ruimte lijkt veel kleiner te zijn dan 34%. Hoe zit dat?
De
bezetting is 34%, als de watermoleculen gezien worden als een bol met als
straal de helft van de O-O afstand (de helft van de lengte van de waterstofbrug).
In zoverre klopt het want binnen die bol komt niks, net zoals bij een
koolstofatoom.
In werkelijkheid neemt een
watermolecuul veel minder ruimte in. De hoofdmoot wordt gevormd door het
zuurstofatoom zelf. Als je alleen naar de zuurstofatomen kijkt dan is de
bezetting van de ruimte in ijs maar ongeveer 4% en met de waterstofatomen erbij
ongeveer 5%.
PS. Als je wilt uitproberen of diamant inderdaad op
gesmolten diamant drijft, houd er dan rekening mee dat als het gesmolten
diamant weer stolt, dat het dan hoogstwaarschijnlijk grafiet wordt en ben je
het diamant voor eeuwig kwijt (zie mijn blog: Diamanten op de hei).
*De bindingselektronen (de ‘handen’)
in de tetraederstructuur zitten vast en zijn niet vrij om stroom te geleiden
zoals de elektronen die voor het vasthouden van de metaalatomen in metalen
zijn.
Dit was het derde en laatste deel in mijn serie over water.
Voor cursussen, training en bijles scheikunde bezoek mijn website: www.chemieonderdeknie.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten